zaterdag 31 maart 2018

RITZERFELD ANNO 2018


In NRC Handelsblad van vandaag staat een necrologie van literaire redacteur en schrijver Oscar Timmers (1931-2018), die zowel onder zijn eigen naam als onder de naam J. Ritzerfeld proza publiceerde. Zeker het een en ander van J. Ritzerfeld zou wat mij betreft opnieuw mogen of zelfs moeten worden uitgegeven. Zo’n krantenstuk zou er een opmaat voor kunnen zijn. Toch vrees ik dat dit artikel wat dat betreft eerder tot terughoudendheid dan voortvarendheid aanzet, want er wordt vooral een beeld geschetst van het karakter of de psychologie van de schrijver: blijkbaar een nogal introverte en enigszins wereldvreemde man, bij wie een geliefde (de schrijfster Marja Brouwers) het naar eigen zeggen eerder een opluchting dan een probleem vond dat hij haar te kennen gaf nog wel iets meer op zichzelf te willen zijn. Bovendien, zo te oordelen, nogal wazig, poëtische proza. We leven anno 2018, hè.

Dat oude tijden voorgoed vervlogen zijn, blijkt nog wel het meest uit de slotalinea van het artikel. Daarin komt Suzanne Holtzer aan het woord, hoofdredacteur Nederlandse literatuur van De Bezige Bij. Als je nog geschokt zou kunnen worden zou dat door deze alinea kunnen gebeuren:

‘Timmers was „een gestalte van verstilling”, vindt Holtzer. Ook staat hij voor een type redacteur dat nu bijna niet meer bestaat, dat met de verandering van het literaire landschap ook nauwelijks meer mogelijk is. Hij werkte vanuit overzicht en kalmte, zonder de hijgende adem van bestsellerslijsten in de rug. Ook zijn vertrek bij de uitgeverij na 32 jaar trouwe dienst typeert hem: met stille trom, en na zijn laatste werkdag betrad hij de uitgeverij niet meer.’

Holtzer verklaart in één beweging Timmers voor anachronistisch, want verstild en teruggetrokken, dus anno 2018 onverkoopbaar, en haar eigen bedrijf als een hijgend apparaat waarin overzicht en aandacht ver te zoeken zijn. Het lijkt me allemaal nog te kloppen ook. In een andere branche zou iemand na zo’n uitspraak op staande voet worden ontslagen - en dat niet vanwege een leugen. Maar ik denk, of ik hoop althans, dat het literatuurbedrijf in de grond nog altijd is wat het altijd was: dilettantistisch.