zaterdag 3 december 2016

HOPPA VAN BORIS PASTERNEUK



Kameraad Evgeny Zykov liet me het volgende weten, nadat hij een tekstje over een net verschenen boek met vertaalde poëzie van Boris Pasternak had gelezen:

“In de signalering van het boek staat deze vertaling met deze kwalificerende toelichting:
        (…) Bij het gedicht “chmel” uit de cyclus voorkomende in Dokter Zjivago bijvoorbeeld. De titel staat zowel voor het plantje hop als voor een roes.
        Letterlijk zou het ongeveer zo zijn te vertalen:
Onder een wilg begroeid met klimop schuilen wij voor de regen. Onze ledematen beschut met een cape heb ik je omarmd. Ik vergiste me. De stam was begroeid met hop en klimop. Laten we de cape spreiden onder ons.
        Het kunststuk van Berg en Wiebes:

    Bij een wilg vol klimop schuilden wij
    Voor de regen die neerviel in stromen,
    Met een cape om ons heen, zij aan zij.
    Ik heb jou in mijn armen genomen.

    Maar ik had me vergist, ik begreep
    Dat de boomstam met hop was omwonden.
    Liever spreidden wij daarom de cape,
    Zodat wij ons daar neervlijen konden.

Een kunststuk? Omdat het abab cdcd rijmt en alternerend 9 en tien lettergrepen telt? Beschouw de vertaling eens als een oorspronkelijk Nederlandstalig gedicht. En gebruik daarbij je boerenverstand.
        Regel 1: een wilg vol klimop: hoewel ongetwijfeld niet zo bedoeld (zie regel 6) ziet dat eruit alsof er vooral klimop in de boomkruin zit; vergelijk ‘een boom vol appels’ of ‘een boom vol vogels’. Maar op zich is dat niet zo gek: wanneer klimop zich heeft verspreid in boomkruinen levert dat een dubbeldik bladerdek op waaronder het goed schuilen is. Maar waarom bij en niet onder zo’n boom schuilen wanneer het regent in stromen? Nat worden omdat de Russische versregel negen lettergrepen telt?
        Regel 2: Regen valt altijd neer. Inhoudelijk overbodige lettergreep omdat er per se tot tien moet worden geteld?
        Regel 3: In het origineel gaat het om een regenjas om beider schouders heen, dus inderdaad, het paar staat zij aan zij.
        Regel 4: Nu wordt het ingewikkeld of acrobatisch. Opeens heeft ‘hij’ ‘haar’ in ‘zijn’ armen ‘genomen’. Wat gebeurt er daardoor met de regenjas? Zit die nog altijd om beider schouders? Is die dan zo breed of elastisch dat dit nog kan? En dat dit ‘genomen’… Je hoeft anno 2016 geen perverseling te zijn om dat in deze context seksueel te interpreteren. Mijn Van Dale gebruikt voor nemen in de betekenis van ‘geslachtsgemeenschap hebben met –’ een voorbeeld van Otten, en in de betekenis van ‘verkrachten –’ een voorbeeld van Remco Campert: ‘hij sleurt haar van de stoel en neemt haar’. Intussen heeft Pasternak het in zijn vierde regel nog pas over gedoe met handen om haar heen (vergelijk de klimop en de boom). Even geduld dus graag.
        Regel 5: Zeggen dat je je vergist houdt toch al in dat je begreep dat…? Pasternak bedient zich niet van zo’n dubbelop, die begint meteen te vertellen waar de ik zich in vergiste. Maar ja, het rijm, hè?
        Regel 6: Nu is blijkbaar alleen of vooral de boomstam omwonden. Vergelijk regel 1. Maar voor hop is het nu juist kenmerkend dat die zich met name langs stammen van wilgen, bij voorkeur van kraakwilgen (salix fragilis) omhoogwerkt om zich dan in het takkenwerk van de boom helemaal uit te leven, wat wel eens tot gevolg heeft dat de fragiele wilg onder het gewicht bezwijkt. Vandaar ook de Latijnse naam voor hop: humulus lupulus. Wolf onder de planten, zoals volgens dichter Hans Vlek de geranium er de kip is.
        Regel 7 en 8: Het groene wilgenplushopbladerdak is kennelijk zo dicht dat de regenjas overbodig is en dat die derhalve kan worden gebruikt om liggend hoppa op te gaan doen. Toch blijft het een vreemd idee in een regen die valt in stromen. Dat stromen zal of die stromen zullen toch ook gauw de grond onder de wilg bereiken en die doordrenken, zou je denken. Maar regent het eigenlijk wel? Bij Pasternak is er van geen druppel regen sprake. ненастья betekent ‘slecht weer’ – misschien gaat dat gepaard met stormachtig waaien, misschien met regen, maar het staat er niet! Hoezo trouwens daar neervlijen konden? Waar anders zonder het gedicht volkomen zinloos te maken?”

Mijn vraag bij wijze van antwoord aan Evgeny Zykov: 'Zijn dit niet te veel spijkers op laag regenwater, kameraad?'